Tips & Trucs

Tips & Trucs

In het ventilatiesysteem is het van groot belang, dat de luchthoeveelheid die uit ruimte afgezogen wordt, ook ongehinderd als frisse lucht van buiten toestromen kan. Anders wordt door de ontstane onderdruk in de ruimte/het huis de afzuigcapaciteit ernstig beïnvloedt en in de afzuigkap verzamelt zich vet en condenswater.
Let op! Eén geopende keukendeur bijv. naar de gang of woonkamer is niet voldoende!
De toevoer van verse lucht kan bijv. door eén gekanteld keukenraam of geopende balkon-/terrasdeur worden verzekerd. Dit geldt voor elk jaargetijde en bij alle weersomstandigheden. Houdt u er rekening mee, dat de afzuigkap reeds samen met de kookplaat ingeschakeld wordt, zodat zich eén luchtstroom in de keukenruimte kan opbouwen. Dit heeft eén positief effect op de afzuigcapaciteit.
Daarna moet de capaciteit van de afzuigkap aan de kooken braaddampen worden aangepast, d.w.z. bij weinig damp moet eén lagere resp. bij sterke damp eén hoge stand gekozen worden. Na het koken moet de afzuigkap nog iets doorlopen, zodat de resterende geuren en het nog achtergebleven kookdamp kan verdwijnen.
Bij gelijktijdig gebruik van eén afzuigkap met kookplaatafzuiging in het ventilatiesysteem en open haarden mag in de ruimte waar de haard is geïnstalleerd de onderdruk niet groter dan 4 Pa (4 x 10-5 bar) zijn. In ieder geval moet bij de bevoegde schoorsteénveger navraag gedaan worden.
Evt. moeten noodzakelijke maatregelen voor drukcompensatie worden getroffen. Dit geschiedt ofwel door eén geschikte luchttoevoeropening of door toepassing van eén raamcontactschakelaar, die de ingebruikname van de afzuigkap alleén bij geopend resp. gekanteld raam toelaat.

In principe geldt:
De luchtstroom wordt in het ventilatiesysteem gecomprimeerd. Hoe nauwer en langer het afvoerkanaal, des te sterker de compressie. In het ongunstigste geval, dus bij heel lange afvoerkanalen, komt de luchtstroom tot stilstand. Daarom mag het afvoerkanaal niet langer dan 4 m zijn. Wordt echter 1 bocht gebruikt, dan mag het afvoerkanaal niet langer dan 3 m zijn.
Het luchtafvoersysteem moet over de hele lengte eén diameter (rond) van minimaal 125 mm hebben. Om optimale prestatie en laag geluidsniveau te kunnen garanderen, wordt eén diameter van 150 mm aanbevolen.
De ORANIER garantie is alleén dan geldig, wanneer de afzuigkap vakkundig aan eén luchtafvoersysteem van 125 of 150 mm aangesloten is.

Het ontwerp en installatie van de afvoerkanalen is heel belangrijk, want hier kunnen ernstige ontwerpfouten de investering in eén krachtige afzuigkap ongedaan maken. Bij het aanleggen van het afvoerkanaal moet met de volgende aanwijzingen rekening worden gehouden:

  • Het afvoerkanaal moet bij voorkeur langs de kortste en rechte weg naar buiten leiden.
  • Smalle doorgangen, veranderende diameters en 90° bochten moeten zoveel mogelijk worden vermeden.
  • De eerste bocht mag niet direct op de ontluchtingspijp van de afzuigkap gepast worden. Er moet eén instroomtraject van minstens 30 cm worden aangehouden, anders ontstaan extra wervelingen en verhoogde geluidsniveaus.
  • Het aanleggen van het afvoerkanaal in vlakke bochten, puntige hoeken vermijden.
  • Licht verval (2°) naar buiten (van de afzuigkap weg), om teruglopen van condenswater te verhinderen.

Worden de bovenstaande aanwijzingen niet in acht genomen, dan wordt de luchtstroomweerstand alleén onnodig verhoogd. De ventilator probeert dan door hoger vermogen de weerstand te compenseren en wordt daarbij onaangenaam luid en de luchtstroming wordt verstoord. Als gevolg daarvan verzamelt zich vet en condenswater in de afzuigkap. Eén ander gevolg is dat de ventilatorunit overbelast wordt en de levensduur van de afzuigkap korter wordt.
Het materiaal van het afvoerkanaal heeft grote invloed op de capaciteit van eén afzuigkap. Vaststaande afvoerpijpen van kunststof verdienen in ieder geval de voorkeur boven eén flexible aluminium slang. Bij flexible aluminium slangen moet erop gelet worden, dat deze niet plat gedrukt worden (speciaal in de bochten) en geén knikken vertonen.
Eén met spiraaldraad gewapende kunststofslang is niet toegestaan, omdat ongewenste geluiden zoals bijv. ritselen, ratelen enz. kunnen ontstaan en de capaciteit van de afzuigkap aanzienlijk beïnvloedt wordt. De relatief grote golven in de kunststofslang laten geén wrijvingsloze luchtstroming toe. Er zijn sterke wervelingen en in de afzuigkap verzamelt zich vet en condenswater.
Door de afvoerventilatie worden deze slangen bovendien opgewarmd en het materiaal zet dan uit. Er worden plassen met condenswater gevormd, er zijn extra luchtwervelingen en drukverliezen.
Zo kan eén afzuigkap niet functioneren!

Conclusie wat betreft installatie van het luchtafvoersysteem

  • Zorg voor eén zo kort mogelijke afvoerventilatie.
  • Vermijd bochten, veranderende diameters en reducties.
  • Neem het juiste materiaal.
  • Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.:

 

Ook bij muurdoorvoeren zijn er aanzienlijke verschillen. Muurdoorvoeren met hoge capaciteit, met bewegende kunststoflamellen waarborgen eén hoge doorvoer tot 98%. Veel muurdoorvoeren hebben echter vaste lamellen. Hier kunnen aanzienlijke prestatieverliezen ontstaan.

Als de luchtafvoer via eén schoorsteén moet worden geleid, dan moet de invoersteun in de stroomrichting gestuurd worden. Het moet zekergesteld zijn dat er voldoende schoorsteéntrek met minimale toevoerdruk van 5 mbar aanwezig is. Anders kan de luchtstroming in de schoorsteen inzakken. In ieder geval moet bij de bevoegde schoorsteenveger navraag gedaan worden.

Op de overgang tussen binnen en buiten, dus bijv. in de muurdoorgang, moet eén terugslagklep worden toegepast. De terugslagklep voorkomt juist in koude jaargetijden, dat de koude lucht in het ventilatiesysteem naar binnen schiet en dat het ventilatiesysteem sterk afkoelt. Stroomt dan warme lucht in het ventilatiesysteem, dan condenseert deze en verzamelt zich condenswater en vet in het ventilatiesysteem, wat in ongunstige gevallen door de afzuigkap terug op de kookplaat terecht kan komen. Bovendien koelt de afzuigkapbehuizing af, op de buitenkant van de afzuigkap treedt versterkt condenswatervorming op.

Oplossing: Terugslagklep achteraf inbouwen.

  • De afzuigkap moet aan eén stenen wand worden bevestigd. Houten wanden / gipswanden / systeemwanden etc. zijn ongeschikt, omdat deze bij ingeschakelde ventilatormotor als klankbord werken en daardoor hoge geluidsniveaus veroorzaken.

Oplossing: is er geén stenen wand beschikbaar, dan moet de afzuigkap op eén minstens 4 cm dikke houten plaat gemonteerd worden.

  • Gebruik geén flexibele afvoerslangen van kunststof, omdat anders ongewenst lawaai van doorstromende lucht kan optreden.

Oplossing: afvoerslang vervangen door tegen gladde kunststofbuis of flexibele afvoerslang van aluminium.

  • Ontbrekende toevoer van verse lucht zorgt eveneéns voor toename van geluid.

Oplossing: raam, balkondeur etc. kantelen.

  • Ventilatiesysteem heeft te hoge luchtstroomweerstand, daardoor neemt het geluidsniveau toe.

Oplossing: ventilatiesysteem controleren en zwakke plekken herstellen.

  • Ventilatiesysteem is geblokkeerd (bijv. vervuild vliegengaas aan het wandkast, geknikte slang etc.).

Oplossing: blokkering opheffen.

  • Condenswatervorming
  • De buitenkant van de afzuigkap zijn bij begin van het koken duidelijk kouder dan de kookdamp, daarom is het normaal dat op de behuizing van de kap condenswater wordt gevormd. Vooral bij afzuigkappen met groot glasscherm.

Oplossing: afzuigkap al bij begin van het koken inschakelen, ook wanneer er nog geén damp opstijgt. Vormt er zich desondanks toch nog condenswater, dan kan deze met eén geschikte doek worden afgeveegd.

  • Is de gekozen stand van de afzuigkap te laag, dan kan zich condenswater op de wanden van de afzuigkap vormen.

Oplossing: afzuigstand verhogen.

  • Ontbreekt de toevoer van verse lucht dan vormt zich condenswater op het oppervlak van de afzuigkap.

Oplossing: raam, balkondeur etc. kantelen.

  • De Terugslagklep ontbreekt. Koude lucht kan in het ventilatiesysteem binnendringen en koelt het afvoerkanaal en de afzuigkapbehuizing af.
  • Condenswater druppelt op de kookplaat, op de totale afzuigkapbehuizing vormt zich condenswater.

Oplossing: Terugslagklep achteraf inbouwen.

  • De afzuigkap werd niet op de aanbevolen afstand boven de kookplaat gemonteerd. Wanneer de afzuigkap te laag is gemonteerd, dan verzamelen zich vet en condenswater op de buitenkant en in de afzuigkap.

Oplossing: aanbevolen inbouwhoogte in de fabrieksopgaven opzoeken en aanhouden.

 

In het ventilatiesysteem is het van groot belang, dat de luchthoeveelheid die uit ruimte afgezogen wordt, ook ongehinderd als frisse lucht van buiten toestromen kan. Anders wordt door de ontstane onderdruk in de ruimte/het huis de afzuigcapaciteit ernstig beïnvloedt en in de afzuigkap verzamelt zich vet en condenswater.
Let op! Eén geopende keukendeur bijv. naar de gang of woonkamer is niet voldoende!
De toevoer van verse lucht kan bijv. door eén gekanteld keukenraam of geopende balkon-/terrasdeur worden verzekerd. Dit geldt voor elk jaargetijde en bij alle weersomstandigheden. Houdt u er rekening mee, dat de afzuigkap reeds samen met de kookplaat ingeschakeld wordt, zodat zich eén luchtstroom in de keukenruimte kan opbouwen. Dit heeft eén positief effect op de afzuigcapaciteit.
Daarna moet de capaciteit van de afzuigkap aan de kooken braaddampen worden aangepast, d.w.z. bij weinig damp moet eén lagere resp. bij sterke damp eén hoge stand gekozen worden. Na het koken moet de afzuigkap nog iets doorlopen, zodat de resterende geuren en het nog achtergebleven kookdamp kan verdwijnen.
Bij gelijktijdig gebruik van eén afzuigkap met kookplaatafzuiging in het ventilatiesysteem en open haarden mag in de ruimte waar de haard is geïnstalleerd de onderdruk niet groter dan 4 Pa (4 x 10-5 bar) zijn. In ieder geval moet bij de bevoegde schoorsteénveger navraag gedaan worden.
Evt. moeten noodzakelijke maatregelen voor drukcompensatie worden getroffen. Dit geschiedt ofwel door eén geschikte luchttoevoeropening of door toepassing van eén raamcontactschakelaar, die de ingebruikname van de afzuigkap alleén bij geopend resp. gekanteld raam toelaat.

In principe geldt:
De luchtstroom wordt in het ventilatiesysteem gecomprimeerd. Hoe nauwer en langer het afvoerkanaal, des te sterker de compressie. In het ongunstigste geval, dus bij heel lange afvoerkanalen, komt de luchtstroom tot stilstand. Daarom mag het afvoerkanaal niet langer dan 4 m zijn. Wordt echter 1 bocht gebruikt, dan mag het afvoerkanaal niet langer dan 3 m zijn.
Het luchtafvoersysteem moet over de hele lengte eén diameter (rond) van minimaal 125 mm hebben. Om optimale prestatie en laag geluidsniveau te kunnen garanderen, wordt eén diameter van 150 mm aanbevolen.
De ORANIER garantie is alleén dan geldig, wanneer de afzuigkap vakkundig aan eén luchtafvoersysteem van 125 of 150 mm aangesloten is.

Het ontwerp en installatie van de afvoerkanalen is heel belangrijk, want hier kunnen ernstige ontwerpfouten de investering in eén krachtige afzuigkap ongedaan maken. Bij het aanleggen van het afvoerkanaal moet met de volgende aanwijzingen rekening worden gehouden:

  • Het afvoerkanaal moet bij voorkeur langs de kortste en rechte weg naar buiten leiden.
  • Smalle doorgangen, veranderende diameters en 90° bochten moeten zoveel mogelijk worden vermeden.
  • De eerste bocht mag niet direct op de ontluchtingspijp van de afzuigkap gepast worden. Er moet eén instroomtraject van minstens 30 cm worden aangehouden, anders ontstaan extra wervelingen en verhoogde geluidsniveaus.
  • Het aanleggen van het afvoerkanaal in vlakke bochten, puntige hoeken vermijden.
  • Licht verval (2°) naar buiten (van de afzuigkap weg), om teruglopen van condenswater te verhinderen.

Worden de bovenstaande aanwijzingen niet in acht genomen, dan wordt de luchtstroomweerstand alleén onnodig verhoogd. De ventilator probeert dan door hoger vermogen de weerstand te compenseren en wordt daarbij onaangenaam luid en de luchtstroming wordt verstoord. Als gevolg daarvan verzamelt zich vet en condenswater in de afzuigkap. Eén ander gevolg is dat de ventilatorunit overbelast wordt en de levensduur van de afzuigkap korter wordt.
Het materiaal van het afvoerkanaal heeft grote invloed op de capaciteit van eén afzuigkap. Vaststaande afvoerpijpen van kunststof verdienen in ieder geval de voorkeur boven eén flexible aluminium slang. Bij flexible aluminium slangen moet erop gelet worden, dat deze niet plat gedrukt worden (speciaal in de bochten) en geén knikken vertonen.
Eén met spiraaldraad gewapende kunststofslang is niet toegestaan, omdat ongewenste geluiden zoals bijv. ritselen, ratelen enz. kunnen ontstaan en de capaciteit van de afzuigkap aanzienlijk beïnvloedt wordt. De relatief grote golven in de kunststofslang laten geén wrijvingsloze luchtstroming toe. Er zijn sterke wervelingen en in de afzuigkap verzamelt zich vet en condenswater.
Door de afvoerventilatie worden deze slangen bovendien opgewarmd en het materiaal zet dan uit. Er worden plassen met condenswater gevormd, er zijn extra luchtwervelingen en drukverliezen.
Zo kan eén afzuigkap niet functioneren!

Conclusie wat betreft installatie van het luchtafvoersysteem

  • Zorg voor eén zo kort mogelijke afvoerventilatie.
  • Vermijd bochten, veranderende diameters en reducties.
  • Neem het juiste materiaal.
  • Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.:

 

Ook bij muurdoorvoeren zijn er aanzienlijke verschillen. Muurdoorvoeren met hoge capaciteit, met bewegende kunststoflamellen waarborgen eén hoge doorvoer tot 98%. Veel muurdoorvoeren hebben echter vaste lamellen. Hier kunnen aanzienlijke prestatieverliezen ontstaan.

Als de luchtafvoer via eén schoorsteén moet worden geleid, dan moet de invoersteun in de stroomrichting gestuurd worden. Het moet zekergesteld zijn dat er voldoende schoorsteéntrek met minimale toevoerdruk van 5 mbar aanwezig is. Anders kan de luchtstroming in de schoorsteen inzakken. In ieder geval moet bij de bevoegde schoorsteenveger navraag gedaan worden.

Op de overgang tussen binnen en buiten, dus bijv. in de muurdoorgang, moet eén terugslagklep worden toegepast. De terugslagklep voorkomt juist in koude jaargetijden, dat de koude lucht in het ventilatiesysteem naar binnen schiet en dat het ventilatiesysteem sterk afkoelt. Stroomt dan warme lucht in het ventilatiesysteem, dan condenseert deze en verzamelt zich condenswater en vet in het ventilatiesysteem, wat in ongunstige gevallen door de afzuigkap terug op de kookplaat terecht kan komen. Bovendien koelt de afzuigkapbehuizing af, op de buitenkant van de afzuigkap treedt versterkt condenswatervorming op.

Oplossing: Terugslagklep achteraf inbouwen.

  • De afzuigkap moet aan eén stenen wand worden bevestigd. Houten wanden / gipswanden / systeemwanden etc. zijn ongeschikt, omdat deze bij ingeschakelde ventilatormotor als klankbord werken en daardoor hoge geluidsniveaus veroorzaken.

Oplossing: is er geén stenen wand beschikbaar, dan moet de afzuigkap op eén minstens 4 cm dikke houten plaat gemonteerd worden.

  • Gebruik geén flexibele afvoerslangen van kunststof, omdat anders ongewenst lawaai van doorstromende lucht kan optreden.

Oplossing: afvoerslang vervangen door tegen gladde kunststofbuis of flexibele afvoerslang van aluminium.

  • Ontbrekende toevoer van verse lucht zorgt eveneéns voor toename van geluid.

Oplossing: raam, balkondeur etc. kantelen.

  • Ventilatiesysteem heeft te hoge luchtstroomweerstand, daardoor neemt het geluidsniveau toe.

Oplossing: ventilatiesysteem controleren en zwakke plekken herstellen.

  • Ventilatiesysteem is geblokkeerd (bijv. vervuild vliegengaas aan het wandkast, geknikte slang etc.).

Oplossing: blokkering opheffen.

  • Condenswatervorming
  • De buitenkant van de afzuigkap zijn bij begin van het koken duidelijk kouder dan de kookdamp, daarom is het normaal dat op de behuizing van de kap condenswater wordt gevormd. Vooral bij afzuigkappen met groot glasscherm.

Oplossing: afzuigkap al bij begin van het koken inschakelen, ook wanneer er nog geén damp opstijgt. Vormt er zich desondanks toch nog condenswater, dan kan deze met eén geschikte doek worden afgeveegd.

  • Is de gekozen stand van de afzuigkap te laag, dan kan zich condenswater op de wanden van de afzuigkap vormen.

Oplossing: afzuigstand verhogen.

  • Ontbreekt de toevoer van verse lucht dan vormt zich condenswater op het oppervlak van de afzuigkap.

Oplossing: raam, balkondeur etc. kantelen.

  • De Terugslagklep ontbreekt. Koude lucht kan in het ventilatiesysteem binnendringen en koelt het afvoerkanaal en de afzuigkapbehuizing af.
  • Condenswater druppelt op de kookplaat, op de totale afzuigkapbehuizing vormt zich condenswater.

Oplossing: Terugslagklep achteraf inbouwen.

  • De afzuigkap werd niet op de aanbevolen afstand boven de kookplaat gemonteerd. Wanneer de afzuigkap te laag is gemonteerd, dan verzamelen zich vet en condenswater op de buitenkant en in de afzuigkap.

Oplossing: aanbevolen inbouwhoogte in de fabrieksopgaven opzoeken en aanhouden.

 

  • De buitenkanten van de afzuigkap zijn bij begin van het koken duidelijk kouder dan de kookdamp. Daarom is het normaal, dat zich op de behuizing van de kap condenswater vormt, in het bijzonder bij afzuigkappen met groot glasscherm.

Oplossing: afzuigkap reeds bij begin van het koken inschakelen. Condenswater met eén geschikte doek opnemen.

  • Is de gekozen stand van de afzuigkap te laag, dan kan zich condenswater op de wanden van de afzuigkap vormen.

Oplossing: afzuigstand verhogen.

  • De circulatielucht is geblokkeerd in de afzuigkap en/of in het afvoerkanaal (bijv. door verborgen groeven in het telescoopkanaal, ontbrekende circulatieluchtset). Er verzamelt zich vet en condenswater in de afzuigkap.

Oplossing: blokkering verwijderen

  • De afzuigkap werd niet op de aanbevolen afstand boven de kookplaat gemonteerd. Wanneer de afzuigkap te laag is gemonteerd, dan verzamelen zich vet en condenswater op de buitenkant en in de afzuigkap.

Oplossing: aanbevolen inbouwhoogte in de fabrieksopgaven opzoeken en aanhouden.

  • In het luchtcirculatiesysteem zijn de geluidsniveaus in het algemeén duidelijk hoger dan in het afvoerventilatiesysteem. Belangrijkste oorzaken daarvan zijn de extra actieve koolstoffilterss en de naar buiten tredende circulatielucht door de spleten in het telescoopkanaal. Beide vormen extra belemmeringen in het ventilatiesysteem en verhogen de geluidsniveaus. De kap moet op eén stenen wand worden bevestigd. Houten wanden / gipswanden / systeemwanden etc. Zijn ongeschikt, omdat deze bij ingeschakelde ventilatormotor als klankbord werken en daardoor hoge geluidsniveaus veroorzaken.

Oplossing: is er geén stenen wand beschikbaar, dan moet de afzuigkap op eén minstens 4 cm dikke houten plaat gemonteerd worden.

  • De spleten in het telescoopkanaal zijn niet volledig vrij en bijv. door het basiskanaal bedekt. De circulatielucht kan niet uit het afzuigkapkanaal stromen.

Oplossing: afzuigkapkanaal aanpassen, zodat de spleten vrij zijn.

  • De circulatieluchtset is niet geïnstalleerd en de lucht wordt niet naar de spleten in het telescoopkanaal gestuurd, maar botst direct tegen het plafond. De lucht stagneert in het systeem en daardoor neemt het geluidsniveau toe.

Oplossing: circulatieluchtset installeren

  • Niet correct gemonteerde actieve koolfilters kunnen geluiden veroorzaken.

Oplossing: plaats het/de actieve koolfilter(s) als in de bedieningshandleiding beschreven.

  • Overhangend vlies aan het frame van de actieve koolfilters kan fluitgeluiden veroorzaken.

Oplossing: overhangend vlies bij het frame afsnijden.

  • De buitenkanten van de afzuigkap zijn bij begin van het koken duidelijk kouder dan de kookdamp. Daarom is het normaal, dat zich op de behuizing van de kap condenswater vormt, in het bijzonder bij afzuigkappen met groot glasscherm.

Oplossing: afzuigkap reeds bij begin van het koken inschakelen. Condenswater met eén geschikte doek opnemen.

  • Is de gekozen stand van de afzuigkap te laag, dan kan zich condenswater op de wanden van de afzuigkap vormen.

Oplossing: afzuigstand verhogen.

  • De circulatielucht is geblokkeerd in de afzuigkap en/of in het afvoerkanaal (bijv. door verborgen groeven in het telescoopkanaal, ontbrekende circulatieluchtset). Er verzamelt zich vet en condenswater in de afzuigkap.

Oplossing: blokkering verwijderen

  • De afzuigkap werd niet op de aanbevolen afstand boven de kookplaat gemonteerd. Wanneer de afzuigkap te laag is gemonteerd, dan verzamelen zich vet en condenswater op de buitenkant en in de afzuigkap.

Oplossing: aanbevolen inbouwhoogte in de fabrieksopgaven opzoeken en aanhouden.

  • In het luchtcirculatiesysteem zijn de geluidsniveaus in het algemeén duidelijk hoger dan in het afvoerventilatiesysteem. Belangrijkste oorzaken daarvan zijn de extra actieve koolstoffilterss en de naar buiten tredende circulatielucht door de spleten in het telescoopkanaal. Beide vormen extra belemmeringen in het ventilatiesysteem en verhogen de geluidsniveaus. De kap moet op eén stenen wand worden bevestigd. Houten wanden / gipswanden / systeemwanden etc. Zijn ongeschikt, omdat deze bij ingeschakelde ventilatormotor als klankbord werken en daardoor hoge geluidsniveaus veroorzaken.

Oplossing: is er geén stenen wand beschikbaar, dan moet de afzuigkap op eén minstens 4 cm dikke houten plaat gemonteerd worden.

  • De spleten in het telescoopkanaal zijn niet volledig vrij en bijv. door het basiskanaal bedekt. De circulatielucht kan niet uit het afzuigkapkanaal stromen.

Oplossing: afzuigkapkanaal aanpassen, zodat de spleten vrij zijn.

  • De circulatieluchtset is niet geïnstalleerd en de lucht wordt niet naar de spleten in het telescoopkanaal gestuurd, maar botst direct tegen het plafond. De lucht stagneert in het systeem en daardoor neemt het geluidsniveau toe.

Oplossing: circulatieluchtset installeren

  • Niet correct gemonteerde actieve koolfilters kunnen geluiden veroorzaken.

Oplossing: plaats het/de actieve koolfilter(s) als in de bedieningshandleiding beschreven.

  • Overhangend vlies aan het frame van de actieve koolfilters kan fluitgeluiden veroorzaken.

Oplossing: overhangend vlies bij het frame afsnijden.

Verontreinigingen indien mogelijk meteén verwijderen, zodat vuil niet kan inbranden. Lichte, niet vast ingebrande verontreinigingen met eén vochtige doek of met eén vochtige zachte spons zonder reinigingsmiddelen verwijderen. Geén middel gebruiken, omdat afwasmiddel blauwe verkleuringen achterlaten kan. Vaak branden vlekken hardnekkig op de nog hete kookplaat in en zijn moeilijk te verwijderen. Met eén glasschraper kan men de vlekken meestal verwijderen. De glasschraper gelijkmatig vlak plaatsen en met lichte druk schrapen. Als er geén glasschraper bij de hand is kan ook bakpoeder worden genomen. Gewoon iets water met bakpoeder vermengen tot eén romige pasta ontstaat. De pasta vervolgens op de keramische kookplaat opbrengen, even laten inwerken en vervolgens weer afvegen. Lichte, zilverachtig glinsterende vlekken kunnen door aluminiumresten van pannen ontstaan. De vlekken kunnen na afkoelen van de kookplaat met eén keramisch reiniginsmiddel worden verwijderd. Kalkvlekken ontstaan door overkokend water of door pannen met eén natte bodem aan de buitenzijde. Door de hitte verdampt het water en blijven er kalkvlekken op het keramisch glas achter. Kalkvlekken kunnen na afkoelen van de kookplaat met eén keramisch reiniginsmiddel of azijn worden verwijderd. Vermijd suiker, kunststof, of aluminiumfolie op hete kookzones. Deze stoffen smelten, plakken vast en kunnen bij het afkoelen scheuren, breuken of anderen blijvende veranderingen in het keramiek veroorzaken. Als dit desondanks gebeurt, schakel dan het apparaat uit en verwijder deze stoffen nog in hete toestand.

Let op: Gebruik nooit schurende of slijpende reinigingsmiddenlen, harde sponzen, staalwol of RVS schuurspons. Er ontstaan dan krassen.

Keramische kookplaten bezitten eén zeer hard, bestendig oppervlakte. Wanneer desondanks krassen ontstaan, wordt de bruikbaarheid van de keramische kookplaat niet beperkt.
Hoe krassen kunnen ontstaan:

  • Bij het reinigen van groenten komen zandkorrels of fijn stof op de keramische kookplaat terecht. Wanneer dan eén pan op de keramische kookplaat gezet, dan kunnen de zandkorrels krassen veroorzaken.
  • Pannen of potten met ongeslepen of beschadigde bodem. Deze kunnen krassen op de keramische plaat veroorzaken.
  • De glasschraper kantelt onder sterke druk of eén aan de rand afgebroken krabber wordt verder gebruikt.
  • Keramische kookplaat wordt met harde sponzen, staalwol, met sterk schurende of slijpende reinigingsmiddenlen of met roestvrij stalen spiralen gereinigd.

Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlakte.

De kookzones nooit met lege pannen of potten gebruiken. Zet in geén geval hete pannen of potten op de plaat neer. De elektronica onder het glas kan beschadigd worden.

 

De elektronica (relais) kan hoorbare schakelgeruis veroorzaken. Bovendien kan de koelventilator hoorbaar zijn. De koelventilator kan ook na het beëindigen van het koken enige tijd doorlopen om de elektronische componenten af te koelen. Deze ruis is in geen geval een defect van de kookplaat, het is een normale werking van de kookplaat. Sommige pannen produceren geluid wanneer ze op een inductie zone worden geplaatst. Deze geluiden duiden in geen geval op een defect van de kookplaat, veeleer werkt de kookplaat naar behoren. Neemt u a.u.b. contact op met de pannenfabrikant.

Verontreinigingen indien mogelijk meteén verwijderen, zodat vuil niet kan inbranden. Lichte, niet vast ingebrande verontreinigingen met eén vochtige doek of met eén vochtige zachte spons zonder reinigingsmiddelen verwijderen. Geén middel gebruiken, omdat afwasmiddel blauwe verkleuringen achterlaten kan. Vaak branden vlekken hardnekkig op de nog hete kookplaat in en zijn moeilijk te verwijderen. Met eén glasschraper kan men de vlekken meestal verwijderen. De glasschraper gelijkmatig vlak plaatsen en met lichte druk schrapen. Als er geén glasschraper bij de hand is kan ook bakpoeder worden genomen. Gewoon iets water met bakpoeder vermengen tot eén romige pasta ontstaat. De pasta vervolgens op de keramische kookplaat opbrengen, even laten inwerken en vervolgens weer afvegen. Lichte, zilverachtig glinsterende vlekken kunnen door aluminiumresten van pannen ontstaan. De vlekken kunnen na afkoelen van de kookplaat met eén keramisch reiniginsmiddel worden verwijderd. Kalkvlekken ontstaan door overkokend water of door pannen met eén natte bodem aan de buitenzijde. Door de hitte verdampt het water en blijven er kalkvlekken op het keramisch glas achter. Kalkvlekken kunnen na afkoelen van de kookplaat met eén keramisch reiniginsmiddel of azijn worden verwijderd. Vermijd suiker, kunststof, of aluminiumfolie op hete kookzones. Deze stoffen smelten, plakken vast en kunnen bij het afkoelen scheuren, breuken of anderen blijvende veranderingen in het keramiek veroorzaken. Als dit desondanks gebeurt, schakel dan het apparaat uit en verwijder deze stoffen nog in hete toestand.

Let op: Gebruik nooit schurende of slijpende reinigingsmiddenlen, harde sponzen, staalwol of RVS schuurspons. Er ontstaan dan krassen.

Keramische kookplaten bezitten eén zeer hard, bestendig oppervlakte. Wanneer desondanks krassen ontstaan, wordt de bruikbaarheid van de keramische kookplaat niet beperkt.
Hoe krassen kunnen ontstaan:

  • Bij het reinigen van groenten komen zandkorrels of fijn stof op de keramische kookplaat terecht. Wanneer dan eén pan op de keramische kookplaat gezet, dan kunnen de zandkorrels krassen veroorzaken.
  • Pannen of potten met ongeslepen of beschadigde bodem. Deze kunnen krassen op de keramische plaat veroorzaken.
  • De glasschraper kantelt onder sterke druk of eén aan de rand afgebroken krabber wordt verder gebruikt.
  • Keramische kookplaat wordt met harde sponzen, staalwol, met sterk schurende of slijpende reinigingsmiddenlen of met roestvrij stalen spiralen gereinigd.

Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlakte.

De kookzones nooit met lege pannen of potten gebruiken. Zet in geén geval hete pannen of potten op de plaat neer. De elektronica onder het glas kan beschadigd worden.

 

De elektronica (relais) kan hoorbare schakelgeruis veroorzaken. Bovendien kan de koelventilator hoorbaar zijn. De koelventilator kan ook na het beëindigen van het koken enige tijd doorlopen om de elektronische componenten af te koelen. Deze ruis is in geen geval een defect van de kookplaat, het is een normale werking van de kookplaat. Sommige pannen produceren geluid wanneer ze op een inductie zone worden geplaatst. Deze geluiden duiden in geen geval op een defect van de kookplaat, veeleer werkt de kookplaat naar behoren. Neemt u a.u.b. contact op met de pannenfabrikant.